Jaarverslag 2019

Programmaonderdelen en doelen

Reserves

Portefeuillehouder

H.J. Hofstra

Middelen

8.6 Reserves

Rekening 2018

Begroting 2019 ontwerp

Begroting 2019 na wijziging

Rekening 2019

Verschil

Lasten

46.614

91.360

104.007

85.170

18.836

Baten

-57.690

-98.953

-111.769

-78.712

-33.057

Saldo

-11.077

-7.593

-7.763

6.458

-14.221

Stortingen in reserves

Begroting
2019 na wijziging

Rekening
2019

Verschil

Waarvan
effect op rekening-saldo

Algemene reserve

421

421

0

0

Personeel

900

2.108

-1.208

0

Grootschalige kunstprojecten

0

268

-268

0

Monumentenzorg

157

156

0

0

Brede Bestemmingsreserve

8.113

8.113

0

0

  Procesgelden gebiedsontwikkeling

1.000

1.000

0

0

Bodem

0

167

-167

0

 Cofinanciering EU-projecten 14-20

900

900

0

0

 P-MJP/POP

3.430

3.430

0

0

Egal. activ. vervangingsinv.

420

451

-31

0

Almere 2.0

4.200

4.200

0

0

 Mobiliteit

42.685

42.433

252

0

Beheer en ontwikkeling natuur

850

2.629

-1.779

0

Doorgeschoven activiteiten

128

128

0

0

Dekking afschrijvingslasten

32.117

8.043

24.074

0

Economisch Programma

61

550

-489

0

Duurzame energie

3.592

3.592

0

0

Regiodeal Noordelijk Flevoland

5.000

5.000

0

0

Artistieke experimenten

33

490

-457

0

Krachtige samenleving

0

1.090

-1.090

0

Totaal stortingen

104.007

85.170

18.836

0

x € 1.000, - = nadeel

Toelichting stortingen

Een aantal reserves kent een overschrijding ten opzichte van de begroting na wijziging. De hogere stortingen passen binnen het door Provinciale Staten vastgestelde beleid ten aanzien van de desbetreffende reserves, zoals is vastgelegd in de Nota Reserves & Voorzieningen 2020-2023 of nadien genomen (instellings-)besluiten. Hieronder is een toelichting opgenomen op alle reserves met een verschil > € 0,1 mln.

1. Personeel
Bij de Zomernota 2017 is door Provinciale Staten besloten dat de onderuitputting op diverse personeelsbudgetten per jaareinde gestort wordt in de (aan Gedeputeerde Staten gedelegeerde) reserve 'Personeel'. Dit betreft onder andere de niet bestede middelen voor medewerkersontwikkeling (persoonlijk ontwikkelbudget), duurzame inzetbaarheid en de versterking van de organisatie (incidenteel deel). Deze onderbestedingen kunnen niet op voorhand worden geraamd, en veroorzaken het verschil van € 1,2 mln. (zie programmaonderdeel 8.5).
2. Grootschalige kunstprojecten
De reserve is gedurende 2019 opgeheven. Het resterende saldo van, en de toekomstige stortingen in, de bestemmingsreserve "Grootschalige kunstprojecten" is gestort in de bestemmingsreserve "Artistieke Experimenten.
3. Bodem
Door vertraging in de uitvoering van een aantal projecten binnen het programma 'Duurzaam Gebruik Ondergrond' zijn de gerealiseerde kosten en daarmee  ook de onttrekkingen aan deze reserve, lager dan begroot (zie programmaonderdeel 5.2).
4. Mobiliteit
Het verschil tussen de beschikbare middelen voor mobiliteit (die via het Provinciefonds worden ontvangen) en de daaruit te dekken kosten en investeringen wordt geëgaliseerd via deze reserve. De hogere storting dan begroot wordt dan ook veroorzaakt door de onderbesteding op een aantal mobiliteitsbudgetten (zie programma 6).
5. Beheer en ontwikkeling natuur
De storting is € 1,7 mln. hoger dan geraamd doordat de niet bestede middelen voor natuurbeheer conform bestaand beleid zijn toegevoegd aan deze reserve (zie programmaonderdeel 2.2).
6. Dekking afschrijvingslasten
Als gevolg van het in 2017 gewijzigde BBV mogen bijdragen uit reserves niet meer direct in mindering gebracht worden op het te activeren bedrag, hetgeen leidt tot hogere kapitaallasten. Op basis van het geactualiseerde p-MIRT worden incidentele bijdragen aan infraprojecten uit de reserves 'Brede Bestemmingsreserve' en 'Mobiliteit' gestort in de reserve 'Dekking afschrijvingslasten', zodat hieruit in de toekomst deze hogere kapitaallasten gedekt kunnen worden. De nieuwe investeringen zijn lager uitgevallen dan begroot, waardoor ook minder in de reserve gestort is dan begroot (en dus minder onttrokken uit de reserves 'Brede Bestemmingsreserve' en 'Mobiliteit').
7. Economisch programma
De niet bestede middelen voor het Economisch Programma zijn conform bestaand beleid toegevoegd aan deze reserve (zie programmaonderdeel 3.1).
8. Artistieke experimenten
De reserve 'Grootschalige kunstprojecten' is gedurende 2019 opgeheven. In de Nota Reserves & Voorzieningen 2020-2023 is besloten het resterende saldo van, en de toekomstige stortingen in, de bestemmingsreserve "Grootschalige kunstprojecten" te storten in de bestemmingsreserve "Artistieke Experimenten.
9. Krachtige samenleving
In de Nota Reserves & Voorzieningen 2020-2023 is besloten het resterende saldo ultimo 2019 uit de “Brede Bestemmingsreserve” met het oormerk 'Krachtige Samenleving' te storten in de bestemmingsreserve ‘Krachtige samenleving’.

Voor een gedetailleerd inzicht in de reserves wordt verwezen naar bijlage 1 Overzicht reserves en voorzieningen.

Onttrekkingen aan reserves

Begroting
2019 na wijziging

Rekening
2019

Verschil

Waarvan
effect op rekening-saldo

Algemene reserve

-2.257

-2.257

0

0

Personeel

-1.047

-957

-90

0

Grootschalige kunstprojecten

0

-456

456

0

Brede bestemmingsreserve

-19.750

-12.363

-7.387

0

Technische bijstand Europa

0

-171

171

0

Procesgelden gebiedsontwikkeling

-938

-411

-527

0

Bodem

-590

-590

0

0

Cofinanciering EU-projecten 14-20

-918

-283

-635

0

Zuiderzeelijngelden

-2.181

-1.956

-225

0

p-MJP/POP

-2.176

-448

-1.728

0

Egalisatiereserve activering vervangingsinvesteringen

-834

-834

0

0

Nieuwe Natuur

-2.603

-1.096

-1.507

0

Egalisatie gladheidsbestrijding

0

-41

41

0

Almere 2.0

-8.700

-6.827

-1.873

0

Meerjaren Aanpak Bedrijfsvoering

-2.317

-2.318

0

0

Mobiliteit

-56.434

-38.452

-17.982

0

Beheer en ontwikkeling Natuur

-1.299

-160

-1.138

0

Egalisatie jaarl. onderhoud infra

0

-539

539

0

Doorgeschoven activiteiten

-2.612

-2.612

0

0

Dekking afschrijvingslasten

-1.012

-1.168

155

0

Economisch programma

-2.368

-1.405

-963

0

Duurzame energie

-3.579

-2.945

-634

0

Artistieke experimenten

-145

-423

278

0

Totaal onttrekkingen

-111.769

-78.711

-33.057

0

x € 1.000, - = nadeel

Toelichting onttrekkingen

De aanwending van bestemmingsreserves is veelal afhankelijk van projectvoortgang en de daarmee gemoeide uitgaven. Hierdoor ontstaan verschillen in de onttrekkingen aan de reserves (indien minder is uitgegeven hoeft minder onttrokken te worden aan de reserves). De verklaringen zijn opgenomen bij de desbetreffende programmaonderdelen in deze jaarstukken. Een aantal reserves kent een overschrijding ten opzichte van de begroting na wijziging (meer onttrokken dan begroot). Deze hogere onttrekkingen passen binnen het door Provinciale Staten vastgestelde beleid ten aanzien van de desbetreffende reserves, zoals is vastgelegd in de Nota Reserves & Voorzieningen 2020-2023 of nadien genomen (instelling-)besluiten. Hieronder is een toelichting opgenomen op alle reserves met een verschil > € 0,1 mln.

1. Grootschalige kunstprojecten
De reserve is gedurende 2019 opgeheven. Het resterende saldo van, en de toekomstige stortingen in, de bestemmingsreserve "Grootschalige kunstprojecten" is gestort in de bestemmingsreserve "Artistieke Experimenten.
2. Brede bestemmingsreserve
De onttrekking aan de 'Brede Bestemmingsreserve' is lager dan geraamd doordat de voortgang van een aantal projecten lager was dan vooraf verwacht. Voor een gedetailleerd overzicht van de gerealiseerde onttrekkingen wordt verwezen naar de toelichting op de reserve 'Brede bestemmingsreserve' zoals opgenomen in bijlage 1.
3. Technische bijstand Europa
Voor de uitvoeringskosten van de Europese programma’s zijn middelen beschikbaar gesteld, genaamd ‘technische bijstand’. Dit betreft salariskosten (inclusief overhead), accountantskosten en overige (declarabele) kosten. Deze uitvoeringskosten hebben geen gelijkmatig verloop. Met deze egalisatiereserve worden de schommelingen in de kosten van Technische Bijstand in 2019 opgevangen. De onttrekking aan deze reserve betreft de dekking van de werkelijke uitvoeringskosten 2019.
4. Procesgelden gebiedsontwikkeling
Dit betreft de onttrekking aan deze reserve ter dekking van de procesgelden voor Noordelijk Flevoland, Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland (oormerk), Amsterdam Lelystad Airport en Markermeer/IJmeer. De lagere onttrekking wordt veroorzaakt door een lagere besteding op de genoemde onderdelen (zie programma 7).
5. Cofinanciering EU-projecten 14-20
Voor de realisatie van het programma 'OP-West' zijn wij afhankelijk van de voortgang van de door de indieners uitgevoerde projecten. Doordat de voortgang lager was dan geraamd is er sprake van onderbesteding, waardoor de onttrekking aan de reserve eveneens lager is dan geraamd (zie programmaonderdeel 8.1).
6. Zuiderzeelijngelden
De begrote onttrekking is gebaseerd op de uitvoering van het programma Zuiderzeelijngelden Noordelijk Flevoland (zie programmaonderdeel 7.1) en het Luchthavenfonds (zie programmaonderdeel 7.2). De besteding in 2019 van het programma 'ZZL-noord' is € 0,1 mln. lager uitgekomen en van het Luchthavenfonds € 0,1 mln. lager. Daardoor is de onttrekking aan de reserve ook lager.
7. p-MJP/POP
Het saldo van de uitvoeringskosten POP en de provinciale cofinanciering is € 1,0 mln. lager dan begroot. De onderbesteding wordt verrekend met de reserve 'p-MJP/POP', waardoor er per saldo minder is onttrokken
8. Nieuwe natuur
Het saldo van het programmaonderdeel 7.4 Nieuwe Natuur (pNN) wordt verrekend met deze reserve, in overeenstemming met de vastgestelde uitgangspunten voor pNN. De lagere onttrekking aan de reserve van € 1,5 mln. komt met name doordat de fysieke werkzaamheden nog niet in alle projecten zijn gestart. De niet bestede middelen zijn nodig voor de uitstaande verplichtingen voor betaling van bijdragen aan grondverwerving, inrichting en beheer.
9. Egalisatiereserve gladheidsbestrijding
De extra kosten voor gladheidsbestrijding zijn onttrokken aan deze egalisatiereserve.
10. Almere 2.0
In het jaarprogramma 2019 was een bijdrage aan het fonds opgenomen van € 6,2 mln. Gemeente Almere heeft als fondsbeheerder in 2019 om een betaling gevraagd van € 4,6 mln. De bijdrage is lager geworden in verband met de nog resterende middelen uit de bijdrage van 2018. Het verschil van € 1,6 mln. blijft beschikbaar in deze reserve. Vanuit het Investerings Fonds Almere (IFA) was een bijdrage toegezegd van € 2,5 mln. inclusief een jaarlijkse indexering. Bij de opheffing van het fonds is het begrote bedrag gestort in de reserve 'Almere 2.0'. In 2019 is het project afgerekend waarbij € 0,3 mln. minder in rekening is gebracht doordat de indexeringspercentages lager waren dan begroot.
11. Mobiliteit
De geraamde onttrekking aan de reserve 'Mobiliteit' had onder meer betrekking op de geraamde bijdrage voor de investeringsprojecten uit het geactualiseerde p-MIRT. Op basis van de werkelijk gerealiseerde investeringen vindt een onttrekking plaats aan de reserve 'Mobiliteit', welke vervolgens gestort wordt in de reserve 'Dekking afschrijvingslasten'. Doordat de gerealiseerde investeringen 2019 lager zijn dan begroot is de onttrekking aan de reserve 'Mobiliteit' (en de storting in de reserve 'Dekking afschrijvingslasten') eveneens lager dan begroot. Per saldo heeft dit geen effect op het rekeningresultaat.
12. Beheer en ontwikkeling Natuur
De lagere onttrekking houdt verband met lagere uitgaven voor het beheerplan Natura 2000 Oostvaardersplassen. In 2019 is volop gewerkt aan de voorbereiding van de uitvoering. Het gaat dan om de moeras-reset en maatregelen in het grazige deel. De daadwerkelijke uitvoering is vertraagd; in 2019 na het broedseizoen starten de vervolgwerkzaamheden. Voor de Lepelaarplassen is de huidige N2000 beheerplanperiode bijna afgelopen. De bedoeling was om in 209 te starten met de evaluatie en herijking van dit beheerplan. In samenspraak met het Flevo-landschap is er voor gekozen dit door te schuiven naar 2020 (zie programmaonderdeel 2.2).
13. Egalisatie jaarl. onderhoud Infra
Aangezien de lasten voor beheer en onderhoud infrastructuur hoger waren dan de raming is het verschil onttrokken aan deze egalisatiereserve.
14. Dekking afschrijvingslasten
Doordat de gerealiseerde investeringen in mobiliteitsprojecten (P-MIRT) lager zijn dan begroot, hoeft er minder gestort te worden in de reserve Dekking afschrijvingslasten. Dit heeft zowel betrekking op de Brede bestemmingsreserve (Grote Trap, MOBLA en SBA) als op de reserve Mobiliteit.
15. Economisch programma
De lagere onttrekking wordt veroorzaakt door een aantal onderbestedingen op de budgetten voor de uitvoering van het Economisch Programma. Deze middelen blijven beschikbaar binnen de reserve voor uitvoering in latere jaren.
16. Duurzame energie
De geraamde middelen voor de subsidieregelingen 'Zon voor Asbest' en 'Kleinschalige Energie-initiatieven' zijn niet geheel uitgenut in 2019. De regeling heeft een looptijd van twee jaar. Deze middelen blijven beschikbaar in deze reserve.
17. Artistieke experimenten
De werkelijke onttrekking betreft een bijdrage aan het 8e landschapskunstwerk van € 0,2 mln. en het restant van de reserve 'Grootschalige kunstprojecten' van € 0,3 mln.

Voor een gedetailleerd inzicht in de reserves wordt verwezen naar bijlage 1 Overzicht reserves en voorzieningen.

Lasten

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 06/19/2020 11:22:17 met de export van